Je winkelwagen is momenteel leeg!
CAT: Seksualiteit bij kanker
Tijdens mijn studie van verplegingswetenschap heb ik op de afdeling de Evidence Based Care werkgroep opgezet. Deze werkgroep maakt aan de hand van literatuur een Critictally Appraised Topic (CAT), een klein literatuur onderzoek. Omdat ik dit onderwerp relevant vind, maar de uitwerking ook super netjes, deel ik de CAT die gaat over seksualiteit bij kanker graag met jullie.
De CAT is geschreven door een subgroep van de werkgroep en Sanne Blondรฉ heeft hierin de meeste inbreng gehad, aangezien zij de CAT ook heeft gebruikt voor de oncologie opleiding.
Aangezien een CAT erg lang is, zal ik eerst de conclusie, aanbevelingen en relevantie voor de praktijk met jullie delen, waarna de inleiding, etc. komt. Heb je vragen? Stel ze gerust!
Conclusie
De vraagstelling luidde als volgt: Welke handvaten hebben verpleegkundige op de kliniek hoofd hals nodig om seksualiteit bespreekbaar te maken met een oncologische zorgvrager?
Meer dan 50% van alle kankerpatiรซnten heeft seksuele problemen. Dit kan een groot probleem voor hen zijn en wordt vaak niet op de juiste manier behandeld. Zowel patiรซnten als professionals aarzelen om het onderwerp ter sprake te brengen. De patiรซnten schamen zich en vinden dat het als onbelangrijk kan worden gezien in vergelijking met overleven (Incrocci, 2011).
Wanneer de patiรซnt de diagnose kanker krijgt, is het mogelijk dat de seksualiteit bij kanker en de intimiteit tijdelijk naar de achtergrond verdwijnen. Gedurende de behandeling kan er weer ruimte komen voor seksualiteit maar kan er lichamelijk, emotioneel en relationeel veel veranderd zijn (Nederlandse federatie van kankerpatiรซnten organisaties, z.d).
Uit literatuuronderzoek van Incrocci (2011) blijkt dat oncologische patiรซnten de wens hebben dat het onderwerp seksualiteit bij kanker vroegtijdig in het traject wordt besproken. Hierdoor kunnen de seksuele resultaten beter zijn. Echter blijkt er uit de praktijk dat dit onderwerp wordt vermeden door zorgverleners.
Oncologisch chirurgen geven aan dat de reden hiervan een gebrek aan kennis, ervaring en competentie kunnen zijn. Zij zijn meer gericht op herstel en terugkeer naar gezondheid (Krouwel, et al., 2015).
Ook blijkt uit onderzoek dat verpleegkundige te weinig kennis en ervaring hebben om seksualiteit bij kanker bespreekbaar te maken. Julien et al. (2010) beschrijft dat er een significant verschil is tussen de mate van bespreekbaarheid over seksualiteit bij kanker tussen oncologieverpleegkundige en โgewoonโ verpleegkundige.
Ook is het verschil zichtbaar in de leeftijd en de mate van ervaring van de verpleegkundige. Een gewoon verpleegkundige mist scholing om het gesprek rondom seksualiteit aan te gaan. Ook staat er beschreven dat het de taak is van de oncologieverpleegkundige om de overige verpleegkundige te scholen (Julien et al., 2010).
Daarnaast zijn de verpleegkundige bang dat de patiรซnt zich zou schamen (Oskay et al., 2014). Ook wordt er vanuit de verpleegkundige een aanname gedaan dat de patiรซnt er niet over zou willen praten vanwege de ziekte. Verder is er onvoldoende tijd beschikbaar om het gesprek aan te gaan op een klinische afdeling (Zeng et al., 2011).
Een vreedzame manier om in te grijpen is om naar de oncologische patiรซnten te luisteren en te onderwijzen in seksuele disfunctie. Het is belangrijk om patiรซnten de tijd te geven om vragen te stellen over veranderingen die kunnen optreden bij hun lichaam. Verpleegkundige moeten patiรซnten aanmoedigen om openlijk met hun partner te praten. Om dit te kunnen bereiken is er tijd en kennis nodig omtrent het communiceren over seksualiteit tijdens kanker. De volgende aanbevelingen zijn opgesteld om tot dit doel te komen.
Bovenstaand onderzoek laat zien dat de oncologische patiรซnt behoefte heeft om te communiceren over seksuele problemen, maar dat de verpleegkundige hier onvoldoende kennis en handvatten voor heeft. Om deze reden zijn er een aantal aanbevelingen geformuleerd.
Aanbevelingen
De eerste aanbeveling is het bespreekbaar maken van de knelpunten betreffende de communicatie over seksualiteit met een oncologische patiรซnt. Aan de hand van de verkregen informatie kan de tweede aanbeveling het geven van een klinische les zijn. Deze kan worden aangevuld met voorlichting van een seksuoloog die tips geeft over gespreksvormen.
Omdat er uit onderzoek is gebleken dat er behoefte is aan een protocol, is dit de volgende aanbeveling. Hierin staat beschreven welke discipline verantwoordelijk is voor het bespreekbaar maken van het seksueel functioneren. Ook worden de vervolg stappen beschreven, zoals het in consult vragen van een seksuoloog of psycholoog.
De vierde aanbeveling is het verstrekken van informatiefolders over seksualiteit bij kanker. Deze folders zouden in het folderrek kunnen komen te liggen op de kliniek. Ook kan er tijdens de anamnese verwezen kunnen worden naar de aanwezigheid hiervan.
Relevantie voor de praktijk
Het onderzoek is relevant voor de praktijk omdat er op de kliniek hoofd hals oncologische patiรซnten worden opgenomen die mutilerende operaties ondergaan. Momenteel wordt seksualiteit niet bespreekbaar gemaakt tijdens de anamnese of verder in de opname.
Uit literatuuronderzoek is het belang hiervan aangetoond en ook de mogelijke oorzaken van het niet bespreekbaar maken.
Met behulp van de aanbevelingen heeft de praktijk een aantal handvaten verkregen die toegepast kunnen worden op de afdeling. Met als doel het bevorderen van de communicatie rondom seksualiteit bij oncologische patiรซnten.
Aanleiding/Casus
Dit is de introductie van het onderwerp. De casus of aanleiding geeft de essentie van het probleem weer vanuit de praktijk en/of vanuit eerdere literatuur.
Op de kliniek hoofd hals liggen oncologische patiรซnten opgenomen die komen voor een operatie aan het hoofdhalsgebied. Hierna is er vaak sprake van verminking in het gelaat, door bijvoorbeeld het verwijderen van de kaak of een neusamputatie. Dit zorgt voor een veranderd zelfbeeld bij de patiรซnt maar vergt ook veel van de naasten (Mellisant, et al., 2018).
Meer dan 50% van alle kankerpatiรซnten heeft seksuele problemen. Dit kan een groot probleem voor hen zijn, maar is er een die vaak niet op de juiste manier wordt behandeld. Zowel patiรซnten als professionals aarzelen om het onderwerp ter sprake te brengen. De patiรซnten schamen zich en vinden dat het als onbelangrijk kan worden gezien in vergelijking met overleven (Incrocci, 2011).
Professionals kunnen zich ook schamen en weten niet zeker hoe ze met seksuele problemen moeten omgaan als ze worden besproken. Professionals kunnen ook een bevooroordeelde en oordelende houding hebben ten opzichte van seks en seksualiteit, met name met betrekking tot leeftijd en seksuele geaardheid, wat hun patiรซntenzorg belemmert (Incrocci, 2011).
Uit onderzoek is gebleken dat seksualiteit aangetast kan worden door de aanwezigheid van een oncologische aandoening in het hoofdhalsgebied. De patiรซnt kan de reactie van de partner op veranderingen in hun verschijning na een operatie vrezen, zich zorgen maken over geuren die verband houden met de kanker of de behandeling (Jekins & Ashley, 2002).
In de anamnese staan er een aantal vragen omtrent seksualiteit, zoals zijn er veranderingen op het gebied of verwacht u problemen in de toekomst? Wat wordt opgemerkt in de praktijk is dat deze vragen worden vermeden vanwege ongemak en onduidelijkheid over het moment van bespreken. Tijdens het anamnese gesprek zijn in veel gevallen familieleden aanwezig, zoals kinderen. Hierdoor is het aankaarten van het onderwerp beladen voor beide partijen (Krowel, et al., 2015). Ook is het mogelijk dat de patiรซnt gespannen is voor de operatie en het niet een prioriteit heeft tijdens de opname.
Voor de opname komt de patiรซnt bij een verpleegkundig consulent op de polikliniek. Hierbij wordt er gesproken over de verschillende zorgproblemen, waaronder seksualiteit. Ook wordt de lastmeter afgenomen, hierop staat een vraag of iemand last ervaart bij het seksueel functioneren. Deze uitkomsten zijn niet zichtbaar voor de klinisch verpleegkundige.
Aan de hand van deze observaties is de volgende vraagstelling geformuleerd: Welke handvaten hebben verpleegkundige op de kliniek hoofd hals nodig om seksualiteit bespreekbaar te maken met een oncologische zorgvrager?
Vraagstelling & Doelstelling
Hier wordt de vraagstelling en doelstelling weergegeven inclusief de PICO.
Welke handvaten hebben verpleegkundige op de kliniek hoofd hals nodig om seksualiteit bespreekbaar te maken met een oncologische zorgvrager?
PICO | |
P | Oncology |
I | Sexology |
C | Beschrijvende vraagstelling en daarmee vervalt de vergelijking (C) uit de PICO. |
O | Communication |
Dataverzameling
Compact en overzichtelijk worden weergegeven: de gebruikte databases, zoektermen, aantal hits en aantal relevante resultaten. Dit kun je het best in een tabel doen. Ook de inclusie- en exclusiecriteria worden volledig weergegeven.
Inclusie criteria | Exclusie criteria |
Nederlandstalige artikelen | Andere talen dan Nederlands of Engelstalig |
Engelstalige artikelen | Artikelen voor 2010 |
Full-text artikelen | Artikelen over niet klinische patiรซnten |
Artikelen na het jaar 2010 | Artikelen over patiรซnten onder de 18 jaar |
Oncologische patient | |
Klinische setting | |
Patiรซntenpopulatie ouder dan 18 jaar |
Individual element of the research question:
Element | Search | Hits | Relevance |
P | “medical oncology”[MeSH Terms] OR clinical-oncology[tiab] OR “oncology nursing”[MeSH Terms] OR oncology-nursing[tiab] | 26024 33880 | |
I | “sexology”[MeSH Terms] OR sexology[tiab] OR onco-sexology[tiab] OR “Sexual Dysfunctions, Psychological”[Mesh] AND “Sexual Dysfunction, Physiological”[Mesh] OR sexual-dysfunction*[tiab] OR sexual-health-assessment*[tiab] OR sexual-function*[tiab] | 9977 31491 | |
C | – | ||
O | “health communication”[MeSH Terms] OR health-communication[tiab] | 4321 | |
Zoekstrategie | |||||
Nr. | Database | Zoekwoorden | Hits | Relevante artikelen | Sneeuwbalmethode |
1. | PubMed | (((“medical oncology”[MeSH Terms] OR clinical-oncology[tiab])) AND ((“sexology”[MeSH Terms] OR sexology[tiab]))) AND ((“health communication”[MeSH Terms] OR health-communication[tiab])) | 0 | 0 | – |
2. | PubMed | ((“medical oncology”[MeSH Terms] OR clinical-oncology[tiab])) AND ((“sexology”[MeSH Terms] OR sexology[tiab])) | 5 | 0 | – |
3. | Pubmed | ((“medical oncology”[MeSH Terms] OR clinical-oncology[tiab] OR “oncology nursing”[MeSH Terms] OR oncology-nursing[tiab])) AND (“sexology”[MeSH Terms] OR sexology[tiab] OR onco-sexology[tiab] OR “Sexual Dysfunctions, Psychological”[Mesh] AND “Sexual Dysfunction, Physiological”[Mesh] OR sexual-dysfunction*[tiab] OR sexual-health-assessment*[tiab] OR sexual-function*[tiab]) | 78 | 1. Carter, J., et al. (2017) 2. Krouwel, E. M., et al. (2015) 3. Krouwel. E.M., et al. (2015) 4. Oskay, U. et al. (2014) 5. Incrocci, L. (2011) 6. Zeng, Y. C., et al. (2011) 7. Julien, J.O., et al (2010) 8. Jenkins, M., et al. (2002) 9. Shell, J. A. (2002) | – |
Weergave van resultaten wetenschappelijke artikelen
In dit onderdeel wordt achtereenvolgens weergegeven een tabel met een weergave van de resultaten van de onderzoeken en een paragraaf met een evaluatie van de kwaliteit van de artikelen. De vraagstelling is leidend voor de informatie
Resultaten tabel | |||
Auteur (jaartal) | Populatie | interventie | Uitkomsten |
Krouwel, E. M., et al. (2015) | 437 leden van de Dutch Society for Surgical Oncology (NVCO) zijn benaderd voor deelname, respons was 165 oncologisch chirurgen. | Oncologisch chirurgen zijn benaderd voor een vragenlijst met 31 vragen. Uitkomsten zijn met elkaar vergeleken | Gebrek aan ervaring, kennis en competentie zijn belemmeringen om seksualiteit bij kanker bespreekbaar te maken bij oncologisch chirurgen.ย De seksuele gezondheidszorg voor chirurgische oncologiepatiรซnten kan worden verbeterd door het gebruik van protocollen over verantwoordelijkheid, het verstrekken van patiรซntinformatie en optimalisatie van de verwijzing met betrekking tot seksuele kwesties. |
Krouwel, E. M., et al. (2015) | 241 oncologische verpleegafdelingen en verpleegkundige op een oncologisch congres in 2012 zijn benaderd voor deelname, respons 477 verpleegkundigen. | Oncologisch verpleegkundigen zijn benaderd voor een vragenlijst met 37 vragen. Uitkomsten zijn met elkaar vergeleken. | Oncologisch verpleegkundigen beschouwen het bespreken van seksualiteit als belangrijk en voelen zich hier verantwoordelijk voor voelen. Desondanks wordt het niet altijd besproken. Resultaten benadrukken dat het verstrekken van kennis, inclusief praktische training en een afdelingsprotocol nodig zijn om seksualiteit bespreekbaar te maken. |
Oskay, U. et al. (2014) | 87 verpleegkundigen werkzaam op de oncologie afdeling | Descreptive cross-sectional study waarbij 87 verpleegkundigen zijn geรฏnterviewd. | De belangrijkste reden om praten over seksualiteit te negeren zijn de overtuiging dat de patiรซnt zich zou schamen en onvoldoende ervaring van de verpleegkundige over het onderwerp. Het is noodzakelijk om de seksuele gezondheid te beoordelen, gidsen en boekjes uit te reiken aan de patiรซnt. Daarnaast moet het zorgpersoneel bewust gemaakt worden op het belang van seksualiteit bespreekbaar maken |
Incrocci, L. (2011) | Oncologie patiรซnten boven de 18 jaar | Beschrijvend onderzoek naar de behoefte van de oncologische patiรซnt omtrent het bespreekbaar maken van seksualiteit gedurende het behandeltraject | 50% van de oncologische patiรซnten ervaren problemen met het seksueel functioneren. Patiรซnten zouden dit al vroeg in de behandeling besproken willen hebben maar dit wordt niet altijd gedaan door schaamte en kennistekort. Vroegtijdige voorlichting en het verbeteren Van kennis moet zijn de oplossing hiervoor. |
Zeng, Y. C., et al. (2011) | Oncologie patiรซnten boven de 18 jaar in China | In toekomstig onderzoek specifieke factoren identificeren die ervoor zorgen dat verpleegkundigen de seksualiteit in de praktijk integreren. Bovendien voelden de meeste verpleegkundigen minder zelfverzekerd en ongemakkelijk bij het aanpakken van de seksualiteit problemen van kankerpatiรซnten. Er is meer training met betrekking tot seksualiteit zorg nodig | Oncologieverpleegkundige nemen aan dat de patiรซnt vanwege hun ziekte niet over seksualiteit wil praten. Ook is er weinig tijd op een klinische afdeling om het gesprek aan te gaan omtrent seksualiteit |
Julien, J.O., et al (2010) | Oncologie patiรซnten boven de 18 jaar in de VS | Oncologieverpleegkundige scholen de โbasisโ verpleegkundige over het belang van het bespreekbaar maken van seksualiteit. | Een statistisch significant verschil werd gevonden in scores op basis van leeftijd en verpleegkundige ervaring, waarbij jongere en minder ervaren verpleegkundigen hogere scores hadden, wat duidt op meer ongemak bij het bespreken van seksuele gezondheid met patiรซnten. |
Jenkins, M., et al. (2002) | Oncologie patiรซnten boven de 18 jaar in de VS | Een open discussie kan helpen. Lesgeven over de mogelijke bijwerkingen en hun mogelijke behandelingen is essentieel om ervoor te zorgen dat patiรซnten de beste kwaliteit van leven mogelijk hebben. De American Cancer Society heeft twee boekjes die zich bezighouden met seksualiteit. | Operaties die het fysieke uiterlijk veranderen, kunnen stress veroorzaken in seksuele relaties. De patiรซnt kan de reactie van de partner op veranderingen in hun verschijning na een operatie vrezen, zich zorgen maken over geuren die verband houden met de kanker of de behandeling, |
Shell, J. A. (2002) | Oncologie patiรซnten boven de 18 jaar | Onderzoek doen naar de uitkomsten van de interventies binnen de communicatie omtrent seksualiteit met oncologische patiรซnten | Er is te weinig informatie bekend over geteste interventies om seksuele problematiek bij oncologische patiรซnten te verminderen. Wel zijn er veel interventies beschikbaar en onderbouwd met literatuur |
Evaluatie kwaliteit.
Het onderzoek van Krouwel, et al. (2015) bestaat uit de uitkomsten van een vragenlijst over het bespreekbaar maken van seksualiteit die door 165 oncologisch chirurgen is beantwoord. Gebrek aan ervaring, kennis en competentie zijn duidelijk terugkerende belemmeringen om seksualiteit niet bespreekbaar te maken. Om de gezondheidszorg te optimaliseren en patiรซnten optimaal te helpen bij hun herstel en terugkeer naar de gezondheid, moeten betrokken oncologische zorgverleners afspreken wie verantwoordelijk is voor het bespreken van seksuele gezondheid, op welk moment deze discussie moet plaatsvinden en in hoeverre deze moet worden besproken. De zorg voor chirurgische oncologiepatiรซnten kan worden verbeterd door het gebruik van protocollen over verantwoordelijkheid, het verstrekken van patiรซntinformatie en optimalisatie van de reorganisatie met betrekking tot seksuele kwesties.
Krouwel, et al. (2015) heeft ook onderzoek gedaan onder oncologieverpleegkundige en het bespreekbaar maken van seksualiteit. Ondanks dat zij het als zeer belangrijk ervaren en zich hier verantwoordelijk voor voelen wordt het niet altijd bespreekbaar gemaakt. Ook dit onderzoek laat als uitkomst zien dat het verstrekken van kennis met daarbij een training in de praktijk en een compleet afdelingsprotocol noodzakelijk zijn om aandacht te brengen onder verpleegkundigen om het onderwerp seksualiteit bespreekbaar te maken. Niettemin suggereren bevindingen dat kankerpatiรซnten mogelijk niet standaard een seksuele voorlichting ontvangen door oncologieverpleegkundige. Seksuele begeleiding wordt aanzienlijk vaker geboden door verpleegkundige die bijscholing hebben gevolgd, meer ervaring hebben, ouder zijn, een academische graad bezitten en werken op een afdeling met een strikt beleid inzake seksueel functioneren. Dit benadrukt het potentiรซle effect van het verstrekken van voldoende kennis en geschikte oefentraining. Beleid en patiรซntinformatie met betrekking tot seksueel functioneren moeten beschikbaar zijn op alle verpleegafdelingen.
Oskay, et al. (2014) had als doel om de opvattingen en attitudes te bepalen van oncologisch verpleegkundigen die kankerpatiรซnten verzorgen met betrekking tot het bespreekbaar maken van seksueel functioneren. De belangrijkste reden om het seksuele functioneren niet bespreekbaar te maken is dat verpleegkundigen de overtuiging hebben dat de patiรซnt zich zou kunnen schamen en dat de verpleegkundigen onvoldoende vaardigheden en opleiding heeft om informatie en adviezen te kunnen geven. Om vooroordelen en taboes te doorbreken is educatie te geven en formulieren te creรซren om het seksueel functioneren van de patiรซnt uit te kunnen vragen. Daarnaast zijn folders en boekjes noodzakelijk om zo de patiรซnt te kunnen informeren over de problemen die kunnen ontstaan op seksueel gebied.
Uit onderzoek van Incrocci (2011) blijkt dat patiรซnten willen dat hun artsen seksualiteit met hen bespreken. Wanneer ze in een vroeg stadium van de diagnose worden vermeld, kunnen de seksuele resultaten beter zijn. Er zijn ook praktische belemmeringen om seks met deze patiรซnten te bespreken, zoals gebrek aan tijd en kansen in verband met de overweldigende problemen waarmee de kanker te maken heeft. Seksuele hulpverleners zonder klinische achtergrond zouden ook baat hebben bij enige kennis van kanker en de behandelingen ervan om de fysieke impact van de ziekte te begrijpen. Verbeterde beroepsopleiding en een groter bewustzijn van seksuele kwesties en behandelwijzen, in combinatie met het verstrekken van vroege informatie aan de patiรซnten, zouden de patiรซntenzorg aanzienlijk moeten verbeteren.
Zeng, Y. C., et al. (2011) beschrijft in een Descriptive and correlation design dat oncologieverpleegkundige aannemen dat de oncologische patiรซnt vanwege hun ziekte niet over seksualiteit wil praten. Ook is er weinig tijd op een klinische afdeling om het gesprek aan te gaan omtrent seksualiteit bij kanker. Het helpen van verpleegkundigen bij het overwinnen van obstakels voor het aanpakken van de seksualiteit van patiรซnten vereist een zorgvuldige beoordeling van attitudes en overtuigingen.
Julien, J.O., et al. (2010) beschrijft in een beschrijvend onderzoek dat er een significant verschil is tussen de mate van bespreekbaarheid over seksualiteit tussen oncologieverpleegkundige en โgewoonโ verpleegkundige. Ook is het verschil zichtbaar in de leeftijd en de mate van ervaring van de verpleegkundige. Een gewoon verpleegkundige mist scholing om het gesprek rondom seksualiteit bij kanker aan te gaan. Ook staat er beschreven dat het de taak is van de oncologieverpleegkundige om de overige verpleegkundige te scholen.
Jenkins, M., et al. (2002) beschrijft in een beschrijvend onderzoek dat operaties die het fysieke uiterlijk veranderen, stress kunnen veroorzaken in seksuele relaties. De patiรซnt kan de reactie van de partner op veranderingen in hun verschijning na een operatie vrezen, zich zorgen maken over geuren die verband houden met de kanker of de behandeling. Een vreedzame manier om in te grijpen is om naar de patiรซnten te luisteren en te onderwijzen in seksuele disfunctie. Het is belangrijk om patiรซnten de tijd te geven om vragen te stellen over veranderingen die kunnen optreden bij hun lichaam. Verpleegkundige moeten patiรซnten aanmoedigen om openlijk met hun partner te praten. Er zijn gratis boeken beschikbaar over seksuele gezondheidszorg. Ook kan er een sekstherapeut in consult worden gevraagd om de coachen.
Shell, J. A. (2002) beschrijft in een systematic review dat er te weinig informatie bekend is over geteste interventies om seksuele problematiek bij oncologische patiรซnten te verminderen. Wel zijn er veel interventies beschikbaar en onderbouwd met literatuur. Verder heeft het artikel geen toegevoegde waarde voor de beantwoording van de onderzoeksvraag.
Weergave resultaten aanvullende bronnen
Hier wordt een korte maar volledige samenvatting gegeven van de aanvullende bronnen. Tevens wordt benoemd welke aanvullend bron is gebruikt en waarom.
Als aanvullende bron is er gebruik gemaakt van het NFK, dit is de Nederlandse Federatie van kankerpatiรซnten organisaties. Op de site staat informatie beschreven over seksualiteit en kanker. Ook hebben zij een apart onderdeel over hoofd-hals kanker. Omdat de patiรซnten op de afdeling hier veelal mee te maken krijgen is ervoor gekozen om een samenvatting te schrijven over de algemene oncologie en de hoofd-hals oncologie.
Algemene oncologie
Kanker heeft invloed op allerlei aspecten van je leven, seksualiteit en intimiteit zijn daarop geen uitzondering, zo bleek uit recent onderzoek van NFK naar de gevolgen van kanker voor seksualiteit en intimiteit (Nederlandse federatie van kankerpatiรซnten organisaties, z.d). 67% van de kankerpatiรซnten geeft aan dat de seksualiteit en intimiteit minder goed is dan voor de diagnose kanker. 60% gaf aan dat zij ontevreden zijn over hun seksleven.
Twee derde van alle oncologische patiรซnten hebben behoefte aan informatie over seksualiteit en intimiteit. Er is behoefte aan praktische tips en informatie, ervaringsverhalen en informatie voor de partner. Communicatie over seks is vaak nog een taboe, hierdoor is het lastig om veranderingen te accepteren of een probleem op te lossen.
Van alle ondervraagde patiรซnten geeft 35% aan geen behoefte te hebben aan informatie over
seksualiteit en intimiteit. Degenen die hieraan wel behoefte hebben, hebben dit vooral ten aanzien van praktische tips (58% patiรซnten en 56% partners), praktische informatie zoals โkomt het vaker voorโ en โwaar ligt het aanโ (57% patiรซnten en 44% partners), ervaringsverhalen (52% patiรซnten en 47% partners) en informatie bestemd voor de partner (36% patiรซnten en 44% partners).
Hoofd-hals oncologie
Het hoofd-halsgebied is belangrijk voor je identiteit en je communicatie met anderen. Bij de behandeling van hoofd-halskanker kan het uiterlijk van je hals en gezicht blijvend veranderen. Kanker in het hoofd-halsgebied heeft vooral consequenties voor het zelfbeeld. Bijvoorbeeld doordat de functie van de tong of mond verandert of door de aanleg van een tracheostoma.
Veel patiรซnten met kanker in het hoofd-halsgebied sluiten zich af van familie en vrienden en misschien ook van hun partner. Het is belangrijk om dan hulp in te schakelen van een psycholoog of een seksuoloog. Die kan helpen met de gevolgen van kanker en om met de behandelingen om te gaan. Lotgenotencontact kan hierbij ook helpen.
36% van de hoofd-hals patiรซnten hebben behoefte aan praktische informatie over seksualiteit, zoals tips en ervaringsverhalen
Geef een reactie