Reanimeren in de supermarkt

Een blog voor iedereen. Want, iedereen kan Basic Life Support (BLS) met reanimeren leren. Of het uitvoeren met telefonische hulp van 112. Ziekenhuis verpleegkundigen worden elk jaar geschoold. Niet voor niets. Juist die zieke patiรซnten in het ziekenhuis zijn een kwetsbare groep. Maar, wat dacht je van jouw buurman? De man naast je in de sportschool? De vrouw achter je in de rij bij de supermarkt? Of diegene tegen over je in de trein. Het kan ons allemaal overkomen.

Toen ik verpleegkunde student was, had ik een bijbaan bij de Albert Heijn. Ik was broodmedewerker en had het enorm naar mijn zin. Leuk team, gezelligheid tijdens het werken en het verdiende wat. Ik weet nog goed dat ik op een zaterdag van de groenteafdeling, over de zuivelafdeling, naar de broodafdeling liep en onderweg een man aantrof op de grond. Mijn collega’s zaten er om heen, even als mensen die gewoon hun wekelijkse boodschappen aan het doen waren. Er werd geroepen dat er een AED nodig was.

De hartstichting legt de werking van een AED als volgt uit: ‘Bij een hartstilstand staat het hart meestal niet helemaal stil. Dat lijkt alleen zo. De hartkamers worden heel snel en chaotisch geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken. Dit heet ventrikelfibrilleren. Een AED is dan nodig om het hart te resetten en weer normaal te laten kloppen. Dit resetten noemen we defibrilleren.’

Op het moment dat ik het woord ‘AED’ hoorde, wist ik dat ik kon helpen. Mijn reanimatie cursus had ik net op school gehad bij verpleegtechnische vaardigheden en ik voelde mij eigenlijk wel bekwaam genoeg om te helpen. Ik stapte de menigte in. Daar lag hij. Rond de 70 jaar, grijze haren en een even grijs gezicht. Het leven leek uit zijn lichaam verdwenen. Als dit zijn eindbestemming was, voor de pakken melk.. hier kon ik het niet mee eens zijn.

Vanuit de kring van mensen die aan het meekijken was, werd de AED gebracht. Er was alleen een probleem. Niemand wist hoe de AED bevestigd moest worden. Diegene die aan het reanimeren was, keek mij hoopvol aan. Hij wist tenslotte dat ik verpleegkunde student was. En toen had ik door dat ik daadwerkelijk wat kon doen.

Een reanimatie telt 6 stappen. Stap 1 is het bewustzijn controleren. Op het moment dat mijn collega deze man op de zuivelafdeling aantrof, is hij direct naast hem gaan zitten. Zijn handen legde hij op zijn schouders. Hij schudde aan de schouder en vroeg aan hem: ‘Meneer, kunt u mij horen?’. Mijn collega vertelde bij de evaluatie dat er toen al mensen om heen stonden. Niemand hielp. Dus met een noodkreet riep hij een andere collega, die hij direct 112 liet bellen. In stap 2 bel je 112 en vertel je dat het slachtoffer niet reageert. Ondertussen begon mijn collega meteen met reanimeren. Dit is stap 4 en 5. Stap 4 bestaat uit 30 borstcompressies in een ritme van 100-120 bpm. Stap 5 bestaat uit twee beademingen. Hij had al door dat er geen lucht meer uit de mond van de man kwam, maar heeft geen chinlift toegepast en dit daadwerkelijk gecontroleerd (stap 3). Dit is het kantelen van de kin, zodat de luchtweg geopend wordt. Mede door de daadkrachtige reactie van mijn collega om direct te gaan reanimeren en het feit dat mijn andere collega naar een AED rende, had deze man meer kans op het overleven van de situatie. Op het moment dat mijn ene collega terug kwam met de AED, kwam ik dus de zuivelafdeling binnen en zag ik alle mensen staan en de man liggen naast de pakken melk.

Mijn collega die de AED vast had, bracht de plakkers niet op de borst en aan de linker zijde van de man op. Ik weet niet meer wat er precies gebeurde, maar ik zei: “Dit moet niet zo”. Waardoor mijn collega zijn handen van de man af hield en ik ernaast ging zitten. Ik bracht de elektroden aan en volgde de stem van de AED. Deze gaf aan dat hij het hartritme aan het analyseren was. Hierna gaf hij aan dat een schok gewenst is. Ik drukte op de knop. De man bibberde. De elektriciteit ging door zijn lichaam. Zijn gezicht was nog grijzer geworden en een beetje klam. Een tweede schok werd toegediend door de AED. Ik weet niet meer wat er hierna gebeurde. Ik weet wel dat ik niet hoefde te reanimeren, dus ik denk dat de man na de eerste twee schokken bij kwam.

Het volgende beeld wat ik me nog voor de geest kan halen is het beeld dat hij misselijk werd. De grijze kleur werd minder, maar terwijl hij daar op zijn rug lag, golfde er maaginhoud over de rand van zijn mond. Waarschijnlijk is er tijdens de beademing lucht in de maag gekomen. Hierdoor moest deze man overgeven. Om deze reden is de chinlift bij het uitvoeren van de beademing zo belangrijk (en in de acute setting soms ook moeilijk). Stabiele zijligging dacht ik direct. Ik vroeg iemand om mij te helpen.

Iemand anders uit het publiek begon zich ermee te bemoeien: “dit kan niet, want wij zijn bezig met reanimeren!”. Ja echt ‘wij’. Die toeschouwer heeft meegekeken, niets gedaan, nergens bij geholpen, maar vond dat we door moesten gaan met reanimeren. De man had inmiddels weer een pols, de ogen knipperde. Ik legde geen eens het belang van de stabiele zijligging uit. Ik dacht alleen maar ‘deze man moet gekanteld worden, voordat hij stikt in zijn braaksel’. Op het moment dat ik hem op zijn zij draaide, kwamen de politie mannen en ambulance broeders binnen. De politie zag ik handschoenen aantrekken. Ik vroeg ook een paar en maakte de mond leeg en legde de tong naar voren. Alles voor een vrije ademweg, nu het hart het weer doet. De maaginhoud kwam eruit. De man knipperde met zijn ogen en zijn gezicht kreeg steeds meer een beetje kleur.

Toen ging alles bijzonder snel. De ambulance broeders namen het over na een kleine overdracht vanaf mijn kant. De politie ving ons op. De menigte liep vanzelf weg. Een nabespreking vond plaats, waarna we later hoorde dat de man die gevonden was bij de melkpakken, het overleefd had. Hij had een hartstilstand gehad, door ventrikel fibrilleren. Oh wat waren we blij toen we dit nieuws hoorde. En een traan van geluk kwam er toen deze man zes weken later samen met zijn vrouw door de Albert Heijn liep. En mij hartelijk bedankte. Hij herkende mijn stem. Tijdens de gehele situatie had ik hem toegesproken alsof hij bij was. En op een bepaald moment hield hij zich vast aan mijn stem. Ik vertelde dat hij het goed deed, wat ik aan het doen was, dat de ambulance er bijna was. Ik liep samen met de man naar de andere collega’s toe die ook hadden geholpen en zo kon ik de situatie op een mooie manier afsluiten. Eind goed, al goed.

En de jaren hierna heb ik nog twee keer moeten reanimeren. Een keer op straat, een keer in de sportschool. Meerdere keren eerste hulp verleend. Gewoon overdag, maar ook in de metro, op festivals of na het uitgaan. Ongeluk zit in een klein hoekje. En als jij weet wat je kan en moet doen in zo’n situatie, dan is de ander hier al heel erg mee geholpen.


Geef een reactie